Zians-Haas Advocaten
Zians-Haas Rechtsanwälte

3 stimulerende maatregelen voor de horecasector

21.12.2015

Het plan van aanpak voor de horecasector voorziet in een registratieplicht met een geregistreerde kassa – de zogenaamde ‘witte kassa’ - en bijkomende lastenverlagingen voor de sector.

Die lastenverlagingen bestaan uit:

een uitbreiding van het systeem van overuren;
de invoering van flexi-jobs; en
een aanpassing van de regeling voor het gelegenheidswerk. 
Verhoging van het contingent
De verhoging van het contingent voor de werkgever van 100 tot 200 dagen gelegenheidsarbeid per jaar komt aan bod in een KB van 23 oktober 2015. Het werknemerscontingent blijft ongewijzigd: 50 dagen per jaar.

De uitbreiding van het contingent wordt al toegepast sinds 1 juli 2015. Dat blijkt ook uit de instructies van de RSZ.

Tijdens die specifieke dagen worden de sociale bijdragen berekend op basis van voordelige forfaits en blijven de sociale rechten van de werknemers behouden. Bij een overschrijding worden de bijdragen berekend op het reële loon.
Overuren en flexi-jobs
De overuren en de flexi-jobs komen aan bod in een aparte wet: de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken. Die is op 26 november in het Belgisch Staatsblad verschenen. Het hoofdstuk dat de horeca behandelt, treedt globaal genomen in werking op 1 december 2015. De Koning krijgt de bevoegdheid om een en ander nog verder uit te werken.

De regels in dit hoofdstuk vallen onder de toepassing van de de-minimissteun, zoals vermeld in de ‘de-minimisverordening’ en de eventuele latere wijzigingen van deze verordening. Deze verordening laat toe om steun – lager dan 200.000 euro over een periode van 3 jaar – aan een onderneming toe te kennen zonder voorafgaande melding aan de Europese Commissie.

Dankzij de flexi-jobs kan men op een voordelige manier bijverdienen in de horeca, op voorwaarde dat er sociale bijdragen worden betaald in een hoofdjob. De wetgever zorgt voor een vrijstelling van belastingen en een bijzondere socialezekerheidsbijdrage van 25%.

De maximumgrens van 143 overuren die niet moeten worden ingehaald in de horecasector, wordt verhoogd tot 300 uren, en zelfs tot 360 uren voor de horecaondernemingen die gebruikmaken van de ‘witte kassa’.

Let op! De Raad van State heeft het KB vernietigd dat de invoering van de ‘witte kassa’ in de horeca regelt. Het gelijkheidsbeginsel werd geschonden. Vooral de ‘10%-regel’ lag onder vuur.

Hotelbedrijf
Het toepassingsgebied van het hoofdstuk ‘Nieuw beleid – Horeca’ uit de verzamelwet van 16 november 2015 is beperkt tot de werknemers en werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf (PC 302) of onder het Paritair Comité voor de uitzendarbeid indien de gebruiker ressorteert onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf. Ook voor uitzendkrachten in de horeca kan men de nieuwe regels dus toepassen.

De Raad van State heeft ernstige twijfels bij de beperking van de maatregelen tot de horecasector. Zo stipt de Raad van State in zijn advies aan dat men in de memorie van toelichting de specifieke regels voor de horecasector verantwoord door vooral te wijzen op ‘de arbeidsintensieve economische activiteit, de hoge loonkost, de nakende invoering van het geregistreerde kassasysteem en de noodzaak om in het licht daarvan ondersteuningsmaatregelen in te voeren, het goedkoper en flexibeler maken van de arbeid, en het minder aantrekkelijk maken van fraude en zwartwerk’.

Toch is het volgens de Raad van State zeer de vraag of de ontworpen regeling de toets aan het gelijkheidsbeginsel kan doorstaan, ‘nu deze verantwoording grotendeels evenzeer kan worden betrokken op andere economische sectoren of andere werkgevers, en de daarin weergegeven motieven niet specifiek gelden voor de horecasector. Ook kan de evenredigheid van de ontworpen maatregelen worden betwijfeld.

Bron:Wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, BS 26 november 2015 (art. 2 en art. 36-38 DB Sociaal)

<< ga terug